Zweefvliegen

Op een mooie zonnige vrijdag in augustus gaan we ruim op tijd op pad, een lunch op het terras met uitzicht op het vliegveld maakt de voorpret helemaal compleet. Na enige uitleg waar we wel en niet mogen komen en een wandeling van een kilometer over de warme hei kunnen we het hele ritueel nog eens van dichterbij aanschouwen.

Eindelijk is het dan zover, een handje geven aan de instrukteur en instappen in het best wel kleine toestel. De hoogtemeter, de kunstmatige horizon en de snelheidsmeter zijn de belangrijkste instrumenten. De rest van de instrumenten en knopjes ben ik maar van af gebleven. De stuurknuppel mag ik zelf bedienen, de instrukteur achter me heeft ook een stuurknuppel, als we het niet eens zijn laat ik hem maar winnen denk ik.

Achter een vliegtuig met motor worden we de lucht in getrokken, het is zaak dat je recht achter dat vliegtuig blijft en ook nog op de zelfde hoogte anders is het heel vervelend vliegen voor die piloot. Het lijkt zo makkelijk maar doordat het een licht toestel is heeft elk zuchtje wind of termiekbelletje veel invloed op je koers.

Op 600 meter hoogte, onder een termiekwolk wordt de sleeplijn losgemaakt. In de termiekbel wordt nog wat hoogte 'getankt' en ondertussen is het natuurlijk genieten van het uitzicht over de Hoge Veluwe. Van wolk naar wolk vliegend komen we steeds hoger (ting ting ting hoor je dan van de hoogtemeter). Het jachthuis st. Hubertus en het park eromheen zijn van bovenaf al even indrukwekkend mooi als gewoon aan de grond. Hierna is het al weer tijd om richting vliegveld te vliegen, zo nu en dan een stukje flink sneller om wat hoogte kwijt te raken (dong dong dong klinkt het dan). Bij hogere snelheden wordt het windgeruis wel onaangenaam hard.

De landing mag ik ook zelf doen, wel krijg ik voldoende aanwijzingen om op een veilige manier op de juiste plek uit te komen. Om eerlijk te zijn denk ik niet dat ik zonder die hulp zelfs maar in de buurt van het landingsgebied zou uitkomen.

Hierna is Willem aan de beurt, hij doet een vergelijkbare vlucht en blijft ook ruim een half uur in de lucht. Ondertussen vermaak ik me met het bekijken van andere starts en landingen, zonder begeleiding mag je er niet te dichtbij komen natuurlijk.

De tweede start is aan de lier, dat gaat heel snel en steil omhoog maar je komt minder hoog uit en bovendien kan het vliegtuig je even verder trekken naar een termiekwolk. Ik had de mazzel door zo de termiek in te kunnen vliegen, weer stijgen we naar grote hoogte dus. Deze keer is het richting Arnhem, groen gras, gele graanvelden en rode daken van huizen met hier en daar de schaduw van een wolk. De Rijn is helemaal een plaatje met boten en de witte snorretjes van de jetskies, glinsterend door de zonnestralen. Op de terugweg wordt mijn topografische kennis van de omgeving getest, daar zak ik voor.

Willem heeft duidelijk minder geluk: bij zijn liervlucht is er geen termiek te vinden, binnen vijf minuten is het over met de pret en staat ie al weer aan de grond.

We hebben er een hele leuke dag aan beleefd, dankzij het tien-jarig jubileum van Afvalzorg!

Bart.

Terlet naast de A50